Een auto is een landvoertuig met vier wielen en een motor die meestal wordt aangedreven door benzine, hoewel sommige automobielen (een term die in het gewone taalgebruik steeds minder voorkomt) zijn uitgerust met een elektromotor en op elektriciteit rijden.
Sinds zijn echte industriële ontwikkeling in het begin van de twintigste eeuw (de eerste auto werd uitgevonden in 1769 door Joseph Cugnot), heeft de auto de manier waarop we ons verplaatsen grondig veranderd en is reizen gemakkelijker en sneller geworden. En een eeuw later heeft dit voertuig zich wereldwijd verspreid en is het het meest gebruikte vervoermiddel op het land geworden.
Puur fysisch, in de wetenschappelijke zin van het woord, werkt de auto mechanisch (een woord dat ook wordt gebruikt in de etymologische en wetenschappelijke betekenis). De chauffeur controleert natuurlijk het gebruik ervan door middel van allerlei instrumenten (de belangrijkste zijn het stuurwiel en de pedalen) waarmee hij de auto kan besturen.
De auto is vandaag de dag meer dan een "vervoermiddel", en heeft ook een maatschappelijke betekenis in onze samenleving gekregen. Van het merk tot het uitzicht... de auto toont tot welke sociale groep een individu behoort. Zo weet men onmiddellijk dat de eigenaar van een Ferrari tot een zeer vermogende sociale klasse behoort, iets wat men kan toepassen op alle automerken en -modellen, en dus op hun eigenaar.
Om met een auto te mogen rijden moet de chauffeur verplicht over een rijbewijs beschikken, wat inhoudt dat hij de wegcode en de verkeersregels kent.