Parkeren houdt in dat bestuurders hun voertuig gedurende een bepaalde tijd geïmmobiliseerd achterlaten in een parkeergelegenheid of op de openbare weg. In het algemeen is parkeren betalend, waar de parkeerplaats zich ook bevindt (binnen of buiten). Parkeerzones, waarvan het aantal wereldwijd steeds toeneemt, bepalen de effectiviteit van het autoverkeer in de stad. Parkeren is dan ook een van de grote uitdagingen voor het vervoersbeleid en de ruimtelijke ordening want het is een voorwaarde voor de verzadiging of ontlasting van het wegennet in de bebouwde kom.
Juridisch gezien is er een verschil tussen parkeren en stilstaan. Het Verdrag van Wenen (1968) betreffende de verkeerstekens stelt dat er een groot verschil is tussen stilstaan en parkeren:
een "geparkeerd voertuig" is een voertuig dat langer stilstaat dan nodig is voor het in- of uitstappen van personen of voor het laden of lossen van goederen. Parkeren moet worden ingegeven door een andere reden dan de noodzaak om een botsing met een andere bestuurder of object te vermijden of de eisen om aan de verkeersregels te gehoorzamen.
De term "stilstaand voertuig" wordt gebruikt voor een voertuig dat niet langer stilstaat dan nodig is voor het in- of uitstappen van personen of voor het laden of lossen van goederen.
De tijdslimieten die bepalen of een voertuig stilstaat of geparkeerd staat worden bepaald door de nationale wetgeving.